De Albanese geschiedenis gaat ver terug. Zo hebben archeologische opgravingen aangetoond dat het huidige Albanië al sporadisch werd bewoond vanaf 25.000 voor Christus (v.Chr.) de eerste nederzettingen komen al voor rond 7000 v.Chr. Dit is niet gek dankzij de gunstige geografische ligging aan de Middellandse Zee en de rijke natuur met rivieren, bergen en vruchtbare grond. Daarnaast waren er voldoende beschutte gebieden, zoals grotten en heuvels, die bescherming boden tegen vijanden en klimaatveranderingen.
Als toerist kom je vooral met de latere periode in aanraking, vanaf de Illyriërs (2000 v.Chr.) en de bezetting door het Romeinse Rijk (168 v.Chr.). De belangrijkste archeologische vondsten komen ook uit de Romeinse tijd. We vertellen je meer over de belangrijkste momenten in de Albanese geschiedenis, op chronologische volgorde, maar leggen de nadruk vooral op de meer recente periode.
Prehistorie en Oudheid (tot 168 v.Chr.)
In de Grotten van Xara en Blazi zijn overblijfselen gevonden van vroege mensen uit het Laatpaleolithicum (40.000 – 10.000 v.Chr.). Archeologische vondsten tonen aan dat Albanië al sinds het Paleolithicum (ca. 25.000 v.Chr.) bewoond is. De eerste echte nederzettingen ontstonden rond 7000 v.Chr. in de regio van Korçë. Rond 2000 v.Chr. trokken nomadische steppevolkeren het gebied binnen, wat leidde tot de opkomst van de proto-Illyrische cultuur.
De Illyriërs – voorouders van de Albanezen – domineerden de regio vanaf 7000 v.Chr., met belangrijke nederzettingen zoals Durrës, Byllis, Amantia, Apollonia en Antigoneia. Hun invloed bleef samen met Griekse en Macedonische invloeden bestaan totdat de Romeinen hen versloegen in de Illyrische Oorlogen. In 168 v.Chr. werd Illyrië ingelijfd bij het Romeinse Rijk, wat een periode van stabiliteit en romanisering inluidde.
Tip: Meer weten over deze periode? Bezoek dan de archeologische afdeling van het grote nationale museum in Tirana (vanaf 4000 v.Chr.), of ga naar het archeologische museum (ook in Tirana) als je nog verder terug in de tijd wilt; 100.000 v.Chr. tot de onafhankelijkheid in 1912.
Romeinse en Byzantijnse tijd (168 v.Chr. – 1204)
Albanië maakte deel uit van het Romeinse Rijk, en later het Byzantijnse Rijk. Steden als Durrës (Dyrrhachium) en Apollonia groeiden uit tot handelscentra. Tijdens de Pax Romana bloeide de regio economisch en cultureel. De Romeinen bouwden infrastructuur zoals de belangrijke handelsroute Via Egnatia.
Na de val van het West-Romeinse Rijk in de 5e eeuw werd Albanië onderdeel van het Byzantijnse Rijk. Gedurende deze periode vielen verschillende Germaanse en Slavische stammen de regio binnen. In het noorden ontstond de Arber-cultuur, de voorloper van de moderne Albanezen en de Albanese staat.
Middeleeuwen en Ottomaanse overheersing (1204 – 1912)
Na de Vierde Kruistocht in 1204 verloor Byzantium tijdelijk de controle over Albanië. In het noorden regeerden lokale feodale dynastieën zoals de Topia’s en Balsha’s, terwijl het zuiden werd beïnvloed door het Despotaat Epirus en later de Servische koning Stefan Dušan.
Vanaf 1417 veroverden de Ottomanen Albanië. Gedurende de Ottomaanse periode bekeerde een groot deel van de bevolking zich tot de islam, terwijl christelijke gemeenschappen in berggebieden bleven voortbestaan. Dit is tot op heden een bron van rivaliteit tussen steden en/of gebieden. Skanderbeg (Gjergj Kastrioti) leidde tussen 1443 en 1468 vanuit Krujëeen succesvolle opstand tegen de Ottomanen – en werd hierdoor een nationale held – maar na zijn dood viel Albanië definitief onder Turks gezag.
Fun fact: Hoewel de dubbelkoppige adelaar al als symbool bestond, maakte Skanderbeg het beroemd als hét symbool van de Albanese strijd voor vrijheid. Hij is een belangrijke reden dat dit symbool vandaag de dag nog steeds op de Albanese vlag staat afgebeeld.
Rond 1750 was Ali Pasha Tepelena een invloedrijke Ottomaanse heerser die Albanië bijna als een onafhankelijke staat bestuurde. De 19e eeuw zag een groeiend Albanees nationalisme, wat uiteindelijk leidde tot de onafhankelijkheidsverklaring in 1912.
Wil je nog meer over de (archeologische) geschiedenis van Albanië weten? Dan is dit een lange – maar leerzame – leestip; de Archeologie Magazine Albanië special.
Onafhankelijkheid en instabiliteit (1912 – 1944)
Op 28 november 1912 verklaarde Albanië zich onafhankelijk van het Ottomaanse Rijk. Dit gebeurde tijdens de Balkanoorlogen, terwijl buurlanden zoals Servië en Griekenland delen van Albanië probeerden te annexeren. Dit wordt nog steeds jaarlijks gevierd als Onafhankelijkheidsdag. In 1913 erkende de Conferentie van Londen Albanië als een onafhankelijk land, maar Kosovo en andere Albanese gebieden werden bij Servië en Montenegro gevoegd.
In 1914 werd prins Wilhelm van Wied door Europese grootmachten aangesteld als heerser. Dat duurde niet lang want hij verliet het land binnen enkele maanden door interne opstanden en de dreiging van de Eerste Wereldoorlog.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) werd Albanië bezet door Servië, Montenegro, Griekenland, Italië en Oostenrijk-Hongarije. Na de oorlog wilde Italië delen van Albanië behouden, maar dankzij het Lushnja Congres (1920) bleef Albanië een onafhankelijk land en werd Tirana uitgeroepen tot hoofdstad van Albanië. In 1928 riep Ahmed Zogu zichzelf uit tot Koning Zog I – er was dus even sprake van een koninkrijk Albanië – maar hij werd in 1939 afgezet toen Italië onder Mussolini het land bezette. Wel ontwikkelde Tirana zich onder Zogu als moderne hoofdstad. Onder zijn bewind werden overheidsgebouwen, wegen en het regeringscentrum aangelegd.
Zog moderniseerde Albanië maar was sterk afhankelijk van Italië, wat leidde tot toenemende invloed van Mussolini. Tijdens de Tweede Wereldoorlog (1939-1944) viel Italië Albanië binnen, verdreef Zog en annexeerde het land. Albanië was in deze periode dus kort onderdeel van de Italiaanse koning (koning Vittorio Emanuele III). Na de Italiaanse capitulatie in 1943 nam nazi-Duitsland de controle over. In 1944 kwam de communistische verzetsleider Enver Hoxha aan de macht, gesteund door de Sovjet-Unie.
Opmerkelijk: In het dagelijkse leven is de link met Italië er nog steeds. Van de koffie en pizza tot Italiaanse merkkleding en natuurlijk het Italiaanse voetbal.