Oost-IJsland is een gebied dat nog niet wordt overheerst door toerisme. Juist dat maakt het zo een interessante regio. Naast de hoogtepunten die je van IJsland verwacht; kleine vissersdorpjes, fjorden, vulkanische bergen, watervallen en geothermische hotspots kent Oost-IJsland unieke bezienswaardigheden. Hier vind je bijvoorbeeld Europa’s grootste gletsjer, de Vatnajökull gletsjer, en het grootste bos (Hallormsstadaskogur), en bossen zijn best bijzonder op IJsland. Maar Oost-IJsland is ook de enige regio waar rendieren in het wild (over)leven. Ze zijn in de 18e eeuw uit Noorwegen overgekomen en snel verwilderd. Liefhebbers van natuur zijn hier in hun nopjes, de schitterend gekleurde kust wordt drukbezocht door zeehonden en met geluk spot je hier zo maar een poolvos!
In de zomer is Oost-IJsland de plek waar artistiek IJsland naartoe trekt. Diverse muziek en kunst festivals halen de regio uit haar winterslaap en nemen de bezoekers mee in hun creativiteit. Kan je hier je fantasie nog niet in kwijt, duik dan in de legendes die de rondte gaan in Oost-IJsland. Het zit er vol met (verstopte) elven. De bekendste plek is Seyðisfjörður, hier kom je aan als je met de ferry naar IJsland gaat. De stad kent een levendige kunstscene in het 19e-eeuws centrum.
Hoogtepunten van Oost-IJsland
Seyðisfjörður – is de aankomstplaats voor wie met de ferry naar IJsland komt. Gelegen in een zestien kilometer lange fjord ligt de kleine stad verscholen tussen de bergen. In de zomer leeft de kunstscene op, in de winter raakt de zon de daken goed twee maanden niet. De weg van en naar Seyðisfjörður staat te boek als een van de mooiste op IJsland.
Vatnajökull gletsjer – is de grootste gletsjer (qua oppervlakte) van Europa. De hoeveelheid ijs is enorm, met een oppervlakte van ongeveer 7.900 km² en een ijskap van wel 1.000 meter dik op sommige punten. Een imposant aanzicht gegarandeerd.
Hengifoss – met 118 meter één van IJslands hoogste waterval. Naast de hoogte heeft hij een ander uniek kenmerk; de achtergrondkleur. Die doet denken aan een taart opgebouwd in laagjes, waarbij rode klei als jam tussen grijze lagen basalt is gesmeerd. Je moet eerst een uur wandelen om deze waterval te aanschouwen.
Hvalnes – Geweldige plek om de auto te parkeren langs de kant van de weg en een wandeling te maken op dit kiezelstrand. In de zomer komen hier honderden zwanen samen. De uitzichten zijn geweldig, zelfs zonder zwanen. Wees voorzichtig voor de (kleine) plantjes die groeien langs de oevers van het meer. Deze zijn kwetsbaar maar o zo mooi.